maandag 24 juni 2013

Van Orchis en Sequoia

Gisteren was ik in Twente, met een vriendin aan de wandel rond Oldenzaal. Tot onze grote vreugde zagen we in de drassige weilanden met grote regelmaat grote gele ratelaars en gevlekte orchideeën, soorten die allebei enorm hebben geleden onder het maai- en landbouwgeweld. 


hier staan er maar liefst drie bij elkaar!



Toen ik later in het Arboretum ook nog onder een heuse sequoia stond kon mijn dag niet meer stuk - 


En hier leunt mijn pluutje (nauwelijks nodig gehad - de buien wachtten steeds totdat wij aan de koffie zaten) tegen de super-zachte schors van deze GVR:



zondag 23 juni 2013

Oppas

Oppas

Gisteren was ik oppas, voor een demente man van 87.
Zijn vrouw wil ergens heen zonder hem en heeft mij voor de hele dag ingehuurd.

Ze is nog geen tien minuten weg, als hij me voor het eerst indringend aankijkt en vraagt: Waar is mijn vrouw?
Ze is naar Arnhem, zeg ik. Vanavond is ze weer terug.
Maar waarom heeft ze me daar niets over gezegd? Hij kijkt er licht wanhopig bij.
Dat heeft ze vast wel gedaan. Misschien weet u het niet meer, zeg ik. We vergeten allemaal wel eens wat.

Hij wordt argwanend: U maakt me toch niets wijs hè.
Nee ik maak u niets wijs, u bent al wijs genoeg, zeg ik wat onhandig.
Ja maar u bent wel een vrouw, antwoordt hij, met uitgestoken wijsvinger. Ineens heeft hij iets kokets.
Ik moet lachen.
Hij houdt aan: Maar als ze nou niet terugkomt?
Ze komt vast en zeker terug.
Maar als ze nou NIET terugkomt?
Natuurlijk komt ze terug, ze komt toch altijd terug.
Maar als ze nou TOCH NIET terugkomt?
Ineens denk ik te snappen waar hij heen wil.
Dan blijf ik bij u tot ze terug is.
Hij lijkt even gerustgesteld. Ik krijg klopjes op mijn schouder.

We zitten thee te drinken. Hij eet er veel koekjes bij.
Opeens, met zijn blauwe ogen in de mijne, zegt hij: Ik houd van u.
Dat is fijn, zeg ik, een beetje van mijn apropos. Ik dwing mezelf hem aan te blijven kijken.
Houdt u ook van mij?
Ja hoor, zeg ik, na razendsnel mijn geweten te hebben onderzocht.
Dat is fijn, vindt ook hij.

En dan komt de grote, alles overheersende angst-aap uit de mouw:
Wilt ú mijn vrouw zijn als mijn vrouw niet terugkomt?

Uren later is hij als een kind zo blij als ze weer voor de deur staat.